Canada - dag 18 & 19

17 oktober 2022 - Drumheller, Canada

Allereerst wil ik mijn excuses aanbieden aan iedereen die mijn blog heeft gevolgd en zo loyaal is deze nog steeds te volgen. Nee, ik ben niet dood. Nee, ik ben niet nog steeds in Canada. En nee, mijn blog is niet gehackt. Ik ben inmiddels alweer zo’n 2,5 week thuis en heb het intussen zo druk gehad dat ik weinig tijd had om mijn blog af te maken. Maar omdat ik niet van losse eindjes houd (en jullie natuurlijk ook geen cliffhangers zonder vervolg wil geven) hierbij de laatste paar dagen van mijn blog. Voor een beschrijving van de allerlaatste dagen, vraag ik jullie om nog even geduld te hebben: deze zijn uiteraard in de maak en vinden zo spoedig mogelijk hun weg naar u.

Dag 18

Vandaag moeten Marc en ik van hostel wisselen. Op het moment dat we het hostel boekten, was er namelijk geen plaats meer over het weekend heen, terwijl we wel graag nog een paar dagen in Banff willen blijven. Daarom zijn we vandaag naar 1 van de andere hostels in Banff (voor zover ik weet zijn er 3 in totaal) gegaan. Na het uitchecken, hebben we alle spullen in mijn huurautootje geladen en zijn we op pad gegaan. Omdat we de dag ervoor naar Lake Louise waren geweest – en daar zowel een redelijke hike hebben gedaan als ons hebben verbaasd over en geërgerd aan het aantal mensen – wilden we vandaag iets doen wat relaxter en rustiger zou zijn. Lake Moraine stond oorspronkelijk ook bij ons beiden op het lijstje, maar gezien de verhalen van mensen om ons heen, kwamen we al snel tot de conclusie dat we ons ook bij dit meer zouden gaan ergeren aan het aantal mensen. We besloten daarom een meer op te zoeken dat minder toeristisch is en waar je geen lange hike voor nodig hebt. Gelukkig ben je daarvoor in de Rockies op het juiste adres: meren in overvloed! Na een snelle Google search de avond ervoor hadden we besloten om naar Lake Herbert te gaan, net voorbij Lake Louise en op zo’n 45 minuten rijden. Voor de rit nog een korte stop bij de supermarkt waarbij we genoeg eten en drinken kochten om de komende 3 maanden nog in Banff te blijven en toen konden we vertrekken.

Herbert Lake is geen echt Alpine meer dat gevuld wordt met smeltend gletsjerwater of in ieder geval; we hebben geen smeltende gletsjers in de buurt ontdekt. Het meer heeft daarom ook niet de kenmerkende blauwe kleur van bijvoorbeeld Lake Louise of de Joffre Lakes. Dat maakte het meer echter niet minder mooi: het water was ontzettend helder en de bergen eromheen (overigens wel deels gehuld in eeuwige sneeuw) gaven een geweldig uitzicht. Het water was overigens wel ijskoud, dus je kan prima doen alsof je in gletsjerwater zwemt. Na een rondje langs het meer te hebben gelopen, waren we erover uit wat de beste plek zou zijn om een middag naast het meer te chillen en vestigden we ons daar met al onze spullen. In verband met eventueel wild (je weet maar nooit) hebben we overigens wel verstandig gedaan met het eten: alles in de tas tenzij je het aan het eten bent. Verder had ik mijn boxje meegenomen, dus eventuele wilde dieren konden ons al van ver horen. Op een aantal spinnen en bijen na zijn we overigens niets tegengekomen. Het was een heerlijk rustige middag met zon, goed eten en drinken, muziek en prachtig uitzicht. Ik heb me zelfs in het ijskoude water gewaagd, wat ik sowieso iedereen aanraad! Zwemmen in een meer in de Rockies is toch wel iets om op je lijstje te hebben én af te vinken. Tegen zonsondergang zijn we teruggegaan naar het hostel en heeft Marc grilled cheese gemaakt. De rest van de avond heb ik geprobeerd om de achterstand van mijn blog bij te werken (spoiler alert: niet helemaal gelukt).

Herbert lake

Dag 19

Vandaag was weer een iets actievere dag dan gisteren. Er stond namelijk een trip naar de Dinosaur Route op het programma. De Dinosaur Route bestaat uit een aantal verschillende soorten sightseeing-punten die je in theorie – en volgens een blog die ik die avond ervoor had gelezen – allemaal in één dag zou kunnen aanstippen. Wanneer de eerste stop vanaf Banff echter al 2,5 uur rijden is, en wanneer je sowieso een half uur later vertrekt dan dat je van plan was (een koffie bij Starbucks halen voordat je gaat rijden is essentieel) dan haal je alle punten niet in één dag. Marc en ik hadden daarom drie punten uitgekozen die we sowieso wilden zien: Horseshoe Canyon, het stadje Drumheller en de Hoodoo’s. Nadat we nog snel een lunch hadden klaargemaakt om mee te nemen, konden we vertrekken naar de eerste stop. Horseshoe Canyon is een kloof in de vorm van – u raadt het al – een hoefijzer. Ik heb mijn best gedaan, maar ik heb van welke hoek of hoogte dan ook geen vorm van een hoefijzer kunnen ontdekken. De kloof heeft veel bochten en splitsingen, dus ik vraag me af waar het hoefijzer zich dan zou moeten bevinden. Ondanks dat ik de vorm niet kon vinden, was de kloof zelf wel erg mooi. De lijnen op de wanden van de kloof laten de miljoenen jaren door de tijd heen goed zien Er zijn een aantal fossielen in de kloof gevonden – het laatste dinosaurusfossiel zelfs pas twee jaar geleden. De kloof (en de rest van de Dinosaur Route en – zo lijkt het – alles ten oosten van Calgary) is gelegen in een prairie-achtige omgeving. Het was dan ook erg warm in de kloof en ik had al gauw spijt van de zwarte spijkerbroek die ik die ochtend had aangetrokken. De droogte was ook goed te zien aan de flora in de kloof: een erg stoffige grond en dorre planten. Er groeiden zelfs cactussen tegen de wanden van de kloof aan. Nadat we zover waren gelopen dat we geen andere toerist meer zagen – dit kwam volgens mij deels omdat we van het pad af waren geweken – zijn we bijna tot aan de andere kant van de kloof gelopen. De hitte en het feit dat we geen water hadden meegenomen (erg dom, ik weet het) deed ons echter besluiten om terug te keren naar de auto en ons naar het volgende punt te begeven: Drumheller.

Het stadje Drumheller bevindt zich gelukkig op maar een paar kilometer afstand van Horsehoe Canyon. Het stadje is volledig (en dan bedoel ik echt volledig) gericht op het feit dat het een uitvalsbasis van de Dinosaur Route is. Overal waar je kijkt, zie je referenties naar dinosaurussen: dinosaurus-kunstwerken die random op straat zijn geplaatst, gevels van winkels die verwijzingen naar dinosaurussen maken (dan wel via de naam van de winkel, dan wel via tekeningen op de gevels) en niet te vergeten: het ‘toeristencentrum’ van de stad dat alleen maar gericht is op het feit dat er fossielen van dinosaurussen in de buurt zijn gevonden en – letterlijk – van mijlenver te herkennen is aan de gigantische dinosaurus voor de ingang van het gebouw. Een cool feitje (pun intended, omdat het die dag totaal niet ‘cool’ was) is dat het stadje in een kloof is gelegen. Toen de GPS aangaf dat het nog zo’n 2 minuten rijden zou zijn en we nog steeds geen huis of ander gebouw in de verste verte konden ontdekken, vroeg ik me af of de GPS weer kuren begon te vertonen. Toen de weg ons echter naar beneden de kloof in leidde, werd het duidelijk dat Drumheller zich volledig in de kloof bevindt. Na een korte stop bij de supermarkt – waarbij we zo’n 4,5 liter per persoon aan drinken hebben ingekocht – zijn we door de stad richting de gigantische dinosaurus gelopen. De stad zelf leek erg rustig en we vroegen ons af of dat kwam doordat het zondag was. We zijn er nog steeds niet achter, maar op zich was de stilte ook geen probleem. We waren in ieder geval niet de enigen toen we aankwamen bij het toeristencentrum wat ertoe leidde dat we even moesten wachten voordat we daadwerkelijk de bek van de dinosaurus in konden. U hoort het goed: je kunt de bek van de gigantische dinosaurus inlopen. Het is een heuse attractie in Drumheller. Voor 5 euro p.p kun je via het gebouw van het toeristencentrum de dinosaurus in en omhoog lopen totdat je bij zijn bek bent. Best grappig om te doen en voor kinderen natuurlijk helemaal een attractie. Naast de gigantische dinosaurus herbergt Drumheller ook nog een dinosaurus museum. Gezien we een beetje krap in onze tijd zaten, besloten we deze over te slaan en onze reis voort te zetten naar de laatste stop: de Hoodoo’s.

De Hoodoo’s zijn een aantal rotspilaren (het beste woord om deze dingen te omschrijven) met een unieke vorm. Erosie heeft de rotspilaren in de afgelopen miljoenen jaren deze vorm gegeven. De toppen zijn vaak van harder gesteente dan het gedeelte eronder, waardoor de rotspilaren door de jaren heen een soort ‘hoedjes’ hebben gekregen. Op basis van de foto’s op internet had ik de rotspilaren groter verwacht, maar dat viel in het echt dus een beetje tegen. Om eerlijk te zijn, was dat dan ook het enige wat tegenviel. De rotspilaren zelf en de omgeving er omheen waren weer schitterend. En nadat we – met veel uitglijden en ons leven drie keer overdenkend – op de top van de rotswand kwamen, werd het alleen maar beter. Niet veel mensen waagden de klim tot de top, waardoor het relatief rustig was, en de zonsondergang was echt prachtig. Marc en ik waren het erover eens dat deze stop toch wel de beste van de 3 was en dat dat alles te maken had met het uitzicht, de zonsondergang en de stilte bovenaan de top. Het was de perfecte afsluiting van de dag. Klein beetje jammer dat we nog zo’n 2,5 uur terug moesten rijden voordat we de dag daadwerkelijk konden afsluiten. De tent in mijn auto klonk erg aanlokkelijk, maar het feit dat deze tent een half gebroken tentstok bevat, we maar 1 slaapmat en 1 slaapzak bij hadden en het die nacht onder 0 zou worden (wat je je niet kan voorstellen met de 28 graden van overdag) deed ons besluiten om deze 2,5 uur toch maar voor lief te nemen. Met goede muziek en goed gezelschap gaat de 2,5 uur gelukkig snel voorbij en voor we het wisten, stonden we weer in het hostel.

Horsehoe Canyon

Drumheller 2

Drumheller 3

Drumheller

Hoodoos 3

Hoodoos 2

Hoodoos

Foto’s